Minder gebruikelijke woorden

Woord Betekenis
abdiceren afstand doen van de troon
aberratie afwijking, dwaling
abject verwerpelijk
absint gevaarlijk sterke drank (zelfgestookt)
abstinent een persoon die zich onthoudt, meestal van alcohol
acclamatie toejuiching
acoliet misdienaar, volgeling
ad libitum naar keuze
adept ingewijde 
adjectief bijvoeglijk naamwoord
adstructie bevestigen door aanvoeren van bewijzen (lett: opstapeling)
adstrueren nader staven
affreus afschuwelijk
affront openlijke belediging
afrodisiaca potentie verhogende middelen
agitator volksmenner, onruststoker. Theo van Gogh, een geboren ~.
agoog opvoeder, leider
ajour stof met kleine gaatjes (van bijv. sluier)
allopathie Gebruikelijke geneeskunde, itt homeopathie: genezen door ziekte te veroorzaken.
alluderen zinspelen op
alluviaal onstaaan door aanslibbing (Pantanal in Brazilië)
alumnus afgestudeerde
amfoor Griekse/Romeinse kegelvormige kruik met oren
amorf zonder vorm. Een -e zitzak
anamnese voorgeschiedenis van de ziekte
anathema volledige veroordeling
anciënniteit volgorde in ouderdom of dienstjaren
anemie bloedarmoede
animositeit gespannen verhouding
antagonist tegenstander, rivaal, vijand
antimakassar sierkleedje op stoel
antipode tegenvoeter, iemand met tegengesteld karakter
antoniem woorden waarvan de betekenis tegengesteld is. Goed en slecht.
antropomorfisme voorstelling van andere wezens als mensen (Disney films).
antroposofisch de mens, natuur en kosmos verbindend
apaiseren doen bedaren
apocriefen bijbelhoofdstukken die niet door de kerk erkend worden (verzonnen).
apodictisch zeer stellig, geen tegenspraak duldend
apologie verweerschrift / verdediging en verantwoording v.d. schrijver. Apologeten: voorvechters
arcadisch landelijk, idyllisch
argot straattaal (van zwervers e.d.), jargon
armageddon wereldbrand, einde der tijden
artisanaal ambachtelijk
associatief reeks gedachten / gebeurtenissen door overeenkomst verbonden
astasie onvermogen om te staan
astrant brutaal, zelfverzekerd
atavisme terugkerende eigenschap van voorvaderen
atonaal zonder toon/harmonie
atrofiëren wegkwijnen (van lichaamsdelen)
attest schriftelijke verklaring
au fond in de grond van de zaak
autarkie onafhankelijkheid, (economische) zelfstandigheid
avant-garde voorhoede. In de kunst: vooruitstrevende richting
avant la lettre voordat een begrip of term bekend was. Mijn oma was een geëmancipeerde vrouw ~.
baaierd ordeloze massa, chaos
badineren genoeglijk keuvelen, schertsen
bestialiteit ontucht met dieren
bêtise domheid, blunder
bibelot klein kunstvoorwerp
bigamist getrouwd met twee of meer mannen of vrouwen
bigot schijnheilig vroom
bohemien kunstenaar met ongeregeld leven
bon mot gevatte uitdrukking (lett. goed woord)
bon-vivant iemand die het er goed van neemt, pretmaker
borneren begrenzen. Ge-: kortzichtig, bekrompen van opvattingen
bourgeois de rijke zelfzuchtigen
boutade uiting van misnoegen op een geestige, spitsvondige manier
brachycefaal kortschedelig
brille uitzonderlijke begaafdheid
brio met geestdrift, zeer levendig
brisant zeer explosief
brouilleren onenigheid zaaien. Gebrouilleerd zijn: ruzie hebben
burlesk Hoogdravend in platte taal: koningin Betarix vind iets "kut".
canard vals krantenbericht
canoniek bijbelboeken door de kerk erkend. -e boeken.
canvasser stemmenwerver
capricieus bokkesprongen, rare streken makend, volks. ~ze krant (capriolen)
carpediem pluk de dag
catatonie verstarrende neurotische toestand
catharsis zuivering
causeur gezellige prater
cerebraal enkel door het verstand tot stand gekomen
cesuur afhakken, trendbreuk. Vogelaar maakt ~ met Verdonk.
charade soort raadsel (v. Rossum)
chicaneren gezochte bezwaren maken (zeuren / zaniken)
chignon gevlochten haarknot
cholerisch opvliegend, driftig
chroniqueur kroniekschrijver
ciseleren fijne figuren aanbrengen (in metaal)
clement welwillend
cohabiteren geslachtsdaad verrichten
cohort groep mensen (van de zelfde generatie)
collusie samenspelen
coloreren mooier voorstellen dan het is
colporteren venten van kranten en tijdschriften
comme it fout zoals het behoort (J. Zwagerman, Zomergasten)
compulsief dwangmatig
concipiëren ontvangen, zwanger worden
condominium gemeenschappelijk bezit
confligeren met elkaar in conflict komen
connaisseur (kunst)kenner
conspireren samenzweren
constipatie ophoping
contemplatief beschouwend
contemporain tot dezelfde tijd behorend
contrair tegengesteld
coprolalie dwangmatig vloeken, obscene taal gebruiken (Gilles de la Tourette)
corintisch c~e zuilen: zuilen mat kapiteel met krullende bladeren
coterie intieme kring, kliek
cri du coeur hartekreet
cum suis met de zijne
cyclopisch bouwwerk van grote stenen zonder cement gestapeld (Inca's)
decent fatsoenlijk, gepast
deconfiture ondergang, faillissement
deficit nadelig saldo, tekort
delibireren beraadslagen
delirium krankzinnigheid
demagogisch volksmennend
demograaf beschrijver van volkssamenstelling
denominatie levensbeschouwelijke achtergrond
deprivatie gemis aan (moederlijke) liefde
derwisj bedelmonnik
despotisme heerschappij gebaseerd op willekeur
deviant afwijkend
devoot vroom
diabolisch duivels
diadeem vorstelijk haartooisel, kroon
diaspora verstrooiing
dichotomie tweedelige classificatie
digestief spijsvertering bevorderend (bijv. likeur bij de koffie)
dilettant niet-vakman. Dilletantisme = liefhebberij
dissociatief uiteenvallen. ~ stoornis.
discours gesprek, onderhoud
dissertatie proefschrift
dixit aldus, hij/zij heeft gezegd
dociel volgzaam, gedwee
dorisch Griekse bouwstijl. Dorische zuil: met groeven en vierkant bovendeel
douceur geschenk in geld; fooi. Een -tje is een zoethoudertje.
dragonder manwijf
dystopisch verwijzend naar het vergaan van de wereld. Anti-utopie.
efemeer dagelijks, kortstondig
egalitair gelijkheid nastrevend
elaboratie uitwerking
encores bis - bis geroep
emblematisch dienend als typisch zinnebeeld
embonpoint buikje
emolument extra onregelmatige bijverdienste
empatisch inleven, meevoelend
empirie ervaringsleer
en vogue in de mode
encanailleren optrekken met lagere rang of stand
enigma groot raadsel. Elvis was een ~.
entameren aansnijden
entrefiletje artikel om ruimte in de krant op te vullen
entropie geeft de mate van wanorde
epateren verbluft doen staan, overdonderen
epigoon slaafse volger zonder eigen ideeën
epitheton toevoeging aan zelfstandig naamwoord (bijv: de ijzeren kanselier)
eponiem woord is naam van iemand: Volt, Röntgen, Ampère enz.
eschatologisch uiterste, eind v.d. wereld, dood. Een -e vraag
etatisme overdreven staatsbemoeiing
etherisch hemels
evoceren (zeg: evokeren) voor de geest halen
ex cathedra geen tegenspraak duldend. Paus kondigt 'ex cathedra' af.
exalteren in geestvervoering brengen. ge-: overspannen, ziekelijk opgewonden
excrementen uitwerpselen
exegese uitleg (van tekst)
existentieel betrekking hebbend op het werkelijk bestaan
exuberant overstelpend, weelderig
fabulant gelooft wat hij fantaseert
falanx kleine strijdgroep. De PVV is een -.
falsaris oplichter
feeëriek sprookjesachtig
feodaal aan het vroegere leenstelsel herinnerend
fetisjisme geloof in tovervoorwerpen (schrijver gebruikt alleen speciale pen). Kan ook seksueel opwindend zijn.
filippica heftige strafrede
fin de siècle Het fin de siècle (Frans voor 'eind van de eeuw'), is een stijlperiode eind 19de begin 20ste eeuw. 
flegmaticus onaandoenlijk nuchter persoon
fluïdum  
forte kracht
fourneren verschaffen (van geld)
frappe de clou
frenetiek waanzinnig, razend (letterlijk: ijlkoorts)
fungus schimmel. Ongenoegen bouwt zich op, als een soort ~.
futiel nietig
gaffe blunder
gecoiffeerd zeer ingenomen
geëngageerd bij de tijdsproblemen betrokken
gentrificatie opwaardering van oude buurten door komst van jongeren met geld en creatievelingen
geodetisch ~e koepel: lichte bolvormige (aarde) constructie met een raster van gelijke elementen
gerontocraat cynisch bedoeld: lid v.d. ouderdom: "Gerontocraten v.d. partij".
geserreerd kort en krachtig, compact
gesjochten er slecht aan toe zijn
gesticuleren druk gebaren
godwin de wet van Godwin: naarmate online discussies langer worden, nadert de waarschijnlijkheid van een vergelijking met de nazi's of Hitler één (nu Islam).
gremium omringend gezelschap (club)
guirlandes gevlochten en gedraaide versierselen, slingers
gusto dolgraag. Werd met ~ weggehoond.
hagiografie beschrijving van het leven van heiligen.
holisme (v. holos = geheel) de natuur als één geheel zien (Afrikaanse stammen)
homerisch door Homerus beschreven. - gelach: onbedaarlijk daverend gelach
horreur gruwel, een afschuwelijk lelijk ding
hybris verwaande trots
iconoclast beeldenbestormer
idee-fixe hardnekkige (waan)gedachte
idiot-savant geestelijk gehandicapte met bijv. een uitzonderlijke talenknobbel
imminent boven het hoofd hangend, dreigend. De ~e dood.
impertinent onbeschaamd
incrimineren van misdaad betichten
indolent lusteloos, onverschillig
inertie futloosheid (hoofdbetekenis: niet reageren van stoffen e.d.)
infamie eerloosheid, lage daad
instigatie aanzetting, ophitsing
interbellum tijdperk tussen twee oorlogen, vooral gebruikt voor tijd tussen WO1 en WO2
intransigent onverzoenlijk. Geen tegemoetkoming willen doen.
invectief scheldwoord
joyeus aangenaam (om te zien), vrolijk, plezierig
juveniel jeugdig
kalifaat Moslimrijk met wetten volgens de Sharia
kariatide steunpilaar in de vorm van een vrouw (Winkel van Sinkel in Utrecht)
katharsis zuivering
klerikaal wat de geestelijkheid betreft
konterfeitsel nagmemaakt portret
kwezel overdreven vrome vrouw
kwintessens de kern van de zaak
laissez-faire vrijheid van productie en (handels)verkeer; letterlijk "op zijn beloop laten"
landadel grootgrondbezitters
lapidair kort maar krachtig (taal)
lascief uitgelaten; wulps
lateraal zijdelings
laureaat gelauwerde, winnaar
laissez-faire De economie op zijn beloop laten.
leptosoom lang dun lichaam
letale dodelijke
libretto operatekst
liaison geheime liefdesrelatie 
lobotomie chirurgische ingreep in hersenen om een geestelijke storing te verlichten
machiavellistisch  aanleg om sluw en gewetenloos te zijn
malicieus boosaardig
mansarde dak gebroken dak
martriarchaal ~e maatschappij: vrouwelijke linie overheerst
masculien mannelijk stoer
mataglap knettergek
matrimoniaal het huwelijk betreffend
mea culpa het is mijn schuld
mecenas beschermer van kunst en wetenschap
mercantilisme economische politiek om een land zo rijk mogelijk te maken
metier vak, ambacht
meritocratie bestuur waarbij geselecteerd wordt op verdienste, merites.
meritocratisch beloning naar verdienste (merite = verdienste). Moberg is een meritocraat.
metastase uitzaaiing
misogyn ~e man: vrouwenhater
missive dienstbrief
mitigreren verzachten
modaliteiten soorten van vervoer: weg, spoor, scheepvaart enz.
modus vivendi wijze van (naast elkaar) leven
monografie wetenschappelijke studie over een onderwerp
moratorium stilstand, verleend uitstel (van betaling)
moroos somber, triest
mulat blanke afstammeling van een neger
narcist iemand die overdreven met zichzelf bezig is
narratief verhalend
necrologie levensgeschiedenis van een recent overleden persoon
negotie koophandel
neologisme nieuw woord, of bestaand woord in een nieuwe betekenis
nepotisme voortrekken van verwanten en vrienden door de machthebber
obstinaat stijfkoppig, hardnekkig
odium wat kwalijk genomen wordt
odyssee lange zwerftocht. ~ van teenslippers over de wereld
oligarchie regering waar een paar mensen de macht hebben
omerta geheimhoudingsplicht
omissie gemis
onomatopee klanknabootsend woord (pingpong)
opulent vermogend
ostensibel uitgesproken zichtbaar
otium welverdiende rust
paladijn voorvechter
palavers langdurige onderhandelingen. Geen ~  over wisselkoersen.
paleolithicum oude steentijd
palmarès lijst van prijswinnaars (dwdd)
panache bravoure
pandemonium hels lawaai
panopticam wassenbeeldenverzameling
panoptisch allesziend, geheel openlijk. pan=geheel op=zien
parti-pris vooroordeel
paskwil anoniem lasterschrift, dwaze vertoning, bespottelijk persoon
pastiche namaak
pathologisch ziekelijk
pathos ondervinden, beleven
patriarchaal waar de man de baas is. Een - gezin.
pavoiseren met vlaggen en vlaggetjes versieren
pederast man die seks heeft met jongens
penaten beschermende huisgoden
perfide trouweloos
persecuteren vervolgen / achtervolgen
perverteren ontaarden, ten kwade veranderen
piëteit eerbied. Uit - voor de overledene.
plutocratie land geregeerd door geld (Amerika)
pogrom georganiseerde slachting van een groep
polyglot iemand die veel talen kent
ponteneur eergevoel
portee strekking, inhoud
poseur aansteller, aandachtstrekker
postulaat vooronderstelling
potentaat machthebber
preambule uitvoerige inleiding
precedent eeder besluit waarop men zich kan beroepen
predator (natuurlijke) vijand
pregnant zinvol
prelaat geestelijke van hogere rang
preluderend voorbereidend, voor-spel (lúde = spel)
premisse uitgaan van een stelling
preoccupatie bezorgdheid
prerogatief voorrecht; bevoegdheid
priapisme permanente erectie
prononceren sterk uitspreken
protegé  beschermeling, favoriet
prozaisch alledaags, gewoon
purgeren laxeren
pyrrusoverwinning schijnoverwinning
quod non hetgeen niet waar is
railleren spotten, iemand voor de gek houden
ravissant verrukkelijk, bekoorlijk ~e schoonheid.
recalcitrant dwarsliggend (figuurlijk)
relict overblijfsel als getuigenis van toenmalige toestand
reminiscentie herinnering
renegaat afvallige
requiem mis voor de doden
resigneren berusten
retarderen vertragen
revelatie openbaring, onthulling
revolte opstand, oproer
risee persoon om wie iedereen lacht
ruraal het platteland betreffend, landelijk
sacraal toegewijd
salafist ultra-orthodoxe moslim
salonfähig geaccepteerd, bespreekbaar
sardonisch schamper, spottend
sartoriale maatwerk (kleding)
scabreus ruw, scabreuze teksten
scatologisch ~ verhaal : poep en pies verhaal
schisma kerkscheuring; afscheiding in het algemeen
scribent schrijver in ongunstige zin; prulschrijver
segregatie afzondering - afscheiding
serendipiteit het vinden van iets onverwachts en bruikbaars terwijl je op zoek bent naar iets totaal anders
sermoen uitvoerige vermaning
sic gebruikt in tekst net als (..), betekent zo!, het staat er echt
singulariteit zonderlingheid, eigenaardigheid. Een technologische ~ die het internet tot leven wekt.
sjamanisme verering van natuurkrachten
sneven sneuvelen
solvabel in staat om te betalen
sommelier wijnkenner
sublimeren primitieve uiting veranderen in het streven naar een hoger niveau
syncretisme vermenging van godsdiensten
tactiel behorend tot de tastzin, aanrakerig
tantaliserend onvervulbare begeerten opwekkend
teaser engels: moeilijke vraag, plaaggeest. Een opvallende raadselachtige reclame
tiara driekroon (van Maxima)
traktaat overeenkomst, vaak godsdienstelijk
tristesse troosteloosheid
transgressief grenzen overschrijdend
trits drietal. Vaak verkeerd gebruikt (ipv rits): woonwijk in - tegen de helling geplakt.
troebleren in wanorde brengen. Uiterst getroebleerde persoonlijkheid
trouvaille vondst (op geestelijk gebied)
usance gebruikelijk
usurperen ten onrechte in bezit nemen (-de ellebogen)
vendetta bloedwraak
versatiel wispelturig. (Borst over de Hoop Scheffer)
violent met geweld, heftig. Een - antisemiet.
virulent ziekmakend
volatiel snel verdampend
voluptueus Zo mollig dat het wellustige gevoelens opwekt (beelden van Botero).
vulgus het plebs, het gepeupel
werdegang ontstaansgeschiedenis
pro bono voor de publieke zaak
zeloot overdreven ijverig iemand