De botanische tuinen in Bogor. Deze zijn ooit door een Nederlander ontworpen. Op zondag gaan veel Indonesiërs naar het park, vaak met een krant onder de arm om op te kunnen zitten met picknicken. Je zult niet ontkomen aan de studenten die het Engels met je willen oefenen. In het park is een (westers) restaurant waar je kan e-mailen.
Het Kraton in Yogyakarta. Hier woont de sultan. Een gids kan je rondleiden. Aan het einde van de rondleiding zal je hoogstwaarschijnlijk naar het batik bedrijfje van - zogenaamd - zijn broer geloodst worden. De vogeltjesmarkt is ook in de buurt. Daar kun je allerlei exotische dieren in een kooi zien zitten.
De Borobudur. De beroemdste boeddhistische tempel. De bouw startte rond 800 en heeft 100 jaar geduurd. Ook de restauratie, waarbij miljoenen stenen zijn weggehaald, moet haast onbegonnen werk zijn geweest. Ga 's morgens vroeg, dan ben je de horde toeristen voor. Probeer niet agressief te worden van de verkopers die om je heen zwermen.
De Prambanan tempels. Dit hindoeïstisch monument uit 850 is fantastisch mooi. Om de tempels is een fraai park aangelegd. De enorme tempels zijn opgebouwd van stenen die los op elkaar liggen. Tijdens de restauratie zijn heel veel stenen 'over gebleven'. Deze liggen op een veld naast de tempels.
De Merapi vulkaan. De Merapi ligt in de buurt van Yogyakarta. Het is de mooiste vulkaan van Indonesië. Hij ziet er vervaarlijk uit, met zijn rokende krater. De Indonesiërs zijn al een dam in de vallei aan het aanleggen om de lavastroom tegen te houden, zodat het verderop gelegen dorp niet bedolven wordt.
De fiets. Alles wordt op de fiets vervoerd, op de foto zijn het grote manden. Je ziet ook enorme bossen hout vervoerd worden op de fiets. De fietsen zijn zo solide dat ze het eeuwige leven hebben. Eens kwam ik een heel oude man op een fiets tegen, net zo oud als hemzelf. Ik was even vergeten dat ik links moest fietsen.. We reden tegen elkaar op en zijn handel voor de markt rolde over straat. Hij keek heel boos, maar nadat ik hem 2000 rupiah gegeven had werd dat al veel minder.
Een becak. Dit is er een in Yogyakarta. Daar hebben ze de mooiste. Als je in de stad loopt hoor je constant "becak? , becak?". De becak is een heel comfortabel vervoermiddel. Je voelt je de koning te rijk. Voor de becakrijders is het hard werken, vooral als het omhoog gaat. Ik denk dat voor veel rijders het ook zo'n beetje hun huis is.
Een Processie op Bali. Bali is het enige eiland van Indonesië dat hindoeïstisch is. Het valt onmiddellijk op dat zo veel mensen bezig zijn om een offer te brengen. Daar wordt veel tijd aan besteed. Overal kom je offers tegen, tot zelfs in de winkeldeuropening en op de sawa's. Tempels op Bali zijn overal te vinden. Op de foto een processie. De optocht wordt vooraf gegaan door een gamelan orkest. De mensen dragen offers op hun hoofd. Dat zijn soms hoge gevaartes, met fruit, bloemen en soms een opgeprikte kip.
Oogsten van de rijst. De hele familie helpt mee om de rijst te oogsten. De rijst wordt op een steen gedorst. De rijstkorrels worden op een kleed opgevangen en later te drogen gelegd. Het bewerken van het land en het vervoer gaat allemaal nog met de hand. Als transportmiddel wordt vaak de oerdegelijke fiets gebruikt.